De geschiedenis van onze H. Bernardus kerk
Ulicoten behoorde op kerkelijk gebied eerst tot de parochie Baarle. Het verloop   van de lokale kerkgeschiedenis werd sterk bepaald door een grote drang naar zelfstandigheid. Die werd in 1803 verworven bij de oprichting van een eigen parochie. 
                          Een eigen kapel

De eerste schriftelijke vermelding van 'Ulencote' dateert uit 1340. In 1444 woonden er voldoende mensen om de bouw van een eigen kapel financieren en een rector te onderhouden, wat resulteerde in het lezen van een wekelijkse Heilige Mis. Een tweede beneficie werd gesticht in 1479. Hierdoor konden de Ulicotenaren in het eigen gehucht hun zondagsplicht vervullen. In 1618 werd een volgende stap gezet op weg naar zelfstandigheid. Sinds dat jaar woonde de kapelaan in een huis naast de kapel. Voordien woonde hij op de pastorie in Baarle. En vanaf 1666 (of eerder?) mocht er ook worden gedoopt in Baarle!
De allereerste Ulicotense kapel was gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw en St.-Antonius Abt. In 1469 werd ze al herbouwd en voorzien van een torentje. In het midden van de 16de eeuw werd deze kapel vergroot door er een schip tegenaan te bouwen. Het oude gedeelte werd omgevormd tot het koor van de nieuwe kapel.

                          Bedevaarten
De noodzakelijke uitbreiding van de kapel werd veroorzaakt (en financieel mogelijk gemaakt) door de grote verering van de H. Bernardus. Deze bijzondere devotie ontstond toen de kapel in het bezit kwam van een miraculeus houten beeldje. Het is 62 cm hoog en toont Bernardus van Clairvaux in het habijt en koorkleed van zijn orde. In de rechterhand draagt hij de abtstaf en op zijn linker rust een geopend boek. Het beeld werd vervaardigd in de 15de eeuw, maar de polychromie in zwart en goud dateert van 1656. St.-Bernardus wordt in Ulicoten aanroepen tegen jicht, reumatiek en ziekten onder het vee. De traditionele bedevaarten, vooral vanuit de Meierij van

's-Hertogenbosch en de Baronie van Breda, vonden plaats rond Pasen, Pinksteren en op de feestdag van St.-Bernardus (20 augustus). Jaarlijks werd dan 130 tot 190 gulden op het altaar geofferd, wat wijst op een bijzonder grote toeloop van bedevaarders. Ter vergelijking: de gemiddelde inkomsten uit de Ulicotense schaalcollectes bedroegen jaarlijks 30 gulden. De verering van Bernardus was omstreeks het begin van de 17de eeuw zo belangrijk geworden dat deze heilige in visitatieverslagen (ten onrechte) steevast vernoemd werd als patroon van Ulicoten. Toekomstige zelfstandigheid bedreigd! Kort de inbeslagname van de kapel door calvinisten op 2 juli 1648 werd het beeld van de H. Bernardus in veiligheid gebracht. De bisschop van Antwerpen besliste op 26 augustus dat de Bernardusdevotie en de daaraan verbonden inkomsten niet verloren mochten gaan. Het wonderbeeld moest voortaan in de parochiekerk in Baarle vereerd worden. Daar alleen was namelijk de verering nog mogelijk omdat die kerk zich in een enclave van de Spaanse Nederlanden bevond, buiten de invloedsfeer
van de Staten van Holland. Deze beslissing lokte in Ulicoten negatieve reacties uit, waarna de bisschop uitdrukkelijk bepaalde dat het beeld zou terugkeren zodra de godsdienstbeoefening in Ulicoten weer vrij zou zijn.
In januari 1649 werd het Bernardusbeeld door kapelaan Van der Aa op een altaar in de Baarlese St.-Remigiuskerk geplaatst. Toen hij enkele dagen later terugkwam om de H. Mis te lezen, kon hij zijn ogen niet geloven: beslijkte voetsporen op het altaar en St.-Bernardus was verdwenen! 'Diefstal en heiligschennis', beweerde men in Baarle. In Ulicoten zag men dat anders. 'St.-Bernardus is op eigen houtje via De Bremer (een rivier) naar zijn vroeger oord van verering teruggekeerd', werd daar gegniffeld.
De pastoor van Baarle liet het daar niet bij. In Antwerpen werd een kopie gemaakt en zo bleef de Bernardusverering in Baarle gewoon doorgaan, tot Ulicoten in 1654 op het grondgebied van Meerle in de Spaanse Nederlanden een grenskapel oprichtte.
Vanaf dat moment werden twee Bernardusbeelden vereerd, het echte in Ulicoten en een vervalsing in Baarle. Pastoor Van Herdegom schakelde tevergeefs de hoge geestelijkheid in. Op 18 februari 1662 werd de St.-Bernardusdevotie aan de Ulicotense grenskapel toegewezen. Deze beslissing betekende een flinke stap vooruit in het streven naar meer zelfstandigheid. De broodnodige inkomsten daarvoor waren veilig gesteld.

                               Een eigen parochie
Na de Franse inval in de Zuidelijke Nederlanden (1794) werd de grenskapel gesloten. De Middeleeuwse kapel op Bataafs grondgebied (in de dorpskom) werd opnieuw voor de katholieke eredienst in gebruik genomen. Laatstgenoemde kapel werd tot parochiekerk verheven nadat dorpelingen een verzoek tot kerkelijke afscheiding hadden ingediend omdat Baarle-Hertog en Ulicoten tot een verschillend bisdom gingen behoren. Op 9 november 1803 werd het verzoek ingewilligd en Bernardus werd de officiële patroonheilige. De parochie Ulicoten wordt begrensd door de Oude Bredasebaan, de Franse Baan, de Hoogstratensebaan tot aan Baarlebrug, het Merkske stroomafwaarts, de rijksgrens met België; en de gemeentegrens met Chaam. 
                               Pastoors van de Bernardusparochie

1803-1843 : Petrus Dingemans
1843-1867 : Joannes Woestenberg

1867-1892:  Petrus Wilhelmus van Beijsterveldt
1892-1921:  Joannes Baptista Petrus Ermen
1921-1934 : Theodorus Joannes Maria Moors
1934-1936 : Jasper Adrianus Maria van Hoof
1937-1969 : Petrus Johannes Josephus van Steen

1969-1977 : Johannes Petrus Jacobus Maria Corstiaensen1

1977-1995 : Adrianus Johannes van Haperen

1995-2007 : Michael Heinz Maria Peter Prasing

2007-2013 : J.F.J. Paes

2013-2015 : Pastoor J. de Bont

2015- 2015: Mgr. H. Lommers

2015- 2023: Pastoor J. Demmers

 


                               Opeenvolgende kerkgebouwen

In 1870 werd de oude dorpskapel (uit 1469) afgebroken omdat het gebouw te klein was voor de groeiende geloofsgemeenschap. De sloop vond plaats nadat ten zuiden ervan een nieuwe kerk was gebouwd. Dit neogotisch gebouw werd op 3 augustus 1870 geconsacreerd. De kerkwijding vond plaats op 20 september 1875.
Op 27 oktober 1944, de vooravond van de bevrijding, werd deze kerk geheel verwoest. De toren aan de zijde van de pastorie werd opgeblazen. De kerk zelf moest worden afgebroken en het parochiehuis werd ingericht als noodkerk. Op 18 december 1944 begon een bouwonderneming uit Breda met het opruimen van het puin. In mei 1948 kreeg pastoor van Steen een bouwvergunning van de Minister van Wederopbouw nadat hij daartoe in burgerpak naar Den Haag was afgereisd. Als architect werd dhr. Oomen uit Oosterhout aangesteld. Op 13 juni 1950 werd de neoromaanse kerk ingewijd.

                                Pastorie
In 1844 werd naast de kerk een pastorie opgericht ter vervanging van een verouderde kapelanie uit 1618. In 1922 kreeg pastoor Moors toestemming van de bisschop voor het bouwen van een nieuwe pastorie achter de oude. Na de oplevering in februari 1924 werd de oude pastorie afgebroken. In 1996 werd de pastorie verkocht omdat deeltijdpastoor Maickel Prasing in Baarle-Nassau woonde en het gebouw daardoor niet meer bewoond was. De familie van Tilburg werd de nieuwe eigenaar. 
                               Processies
Er bestond in onze parochie geen traditie van processies voordat in 1821 in Drunen een 'Bernardusbroederschap' werd opgericht. Op 20 augustus 1822 kwam die voor het eerst naar Ulicoten. Ieder jaar met Pinksteren en op de feestdag van Bernardus stroomden de pelgrims toe, te voet en met huifkarren. Ze kwamen o.a. van Drunen (soms 300 man), Geertruidenberg, Waspik, Raamsdonk, Roosendaal, Oosterhout, Steenbergen, Bergen op Zoom, Wagenberg, Hoeven, Oudenbosch, Halsteren, Goirle, Tilburg, Chaam en ook uit België. Vanaf 1840 groeide de luister en plechtigheid, tot op 23 augustus 1856 het uitgaan over de openbare weg met de sabel in de hand werd verboden. Dat was het begin van een woelige periode. Decennia lang ging de Bernardusprocessie uit op het kerkhof omwille van het processieverbod op de openbare weg. Het beeld van de H. Bernardus werd meegedragen  achter het vaandel en de bruidjes. Al wandelend werd gezongen en gebeden. 
In 1938 wist pastoor van Steen ontheffing te krijgen van het processieverbod op grond van de oude Bernardusverering. Zondag 21 augustus trok voor het eerst sinds mensenheugenis weer een processie met het Heilig Sacrament door de Dorpsstraat. Bij de 'Handpaal' stond een eerste rustaltaar opgesteld. Het tweede bevond zich in de Wilhelminastraat bij het huis van Adams. Sinds de oprichting van de Bernarduskapel in 1945 trok de processie langs de Bosstraat, maar in de tijd van de liturgische veranderingen na het Tweede Vaticaans Concilie verdwenen de meeste processies in Ulicoten. 
Sinds 1990 is er sprake van een heropleving van de Bernardusverering. Bij de viering van '550 jaar Ulicoten' (1994) ging de processie voor het eerst sinds 1968 opnieuw uit. De belangstelling was groot, vooral van binnen de parochie. 
Door de Bernarduswerkgroep werd vervolgens een eigentijdse vorm gezocht en gevonden. In de parochiekerk wordt thans het openingsgebed uitgesproken waarna men in groep te voet naar de Bernarduskapel wandelt om daar de eucharistieviering verder te zetten. Het samen-onderweg-zijn is een onderdeel van de liturgie en verwijst 
naar de bedevaarten en de processies uit het verleden. Sinds 1995 is er aan de Bernardusviering opnieuw een octaaf verbonden. Dagelijks wordt een mis opgedragen aan de H. Bernardus. Voor de kinderen is er tijdens het octaaf of aan het begin van het schooljaar een ochtendwandeling naar de kapel.

                                  Rijk rooms verleden

De parochie stond aan de wieg van het verenigingsleven, het onderwijs en de gezondheidszorg. Zo werden de meeste verenigingen op initiatief van de pastoor opgericht. Hun uitvalsbasis, het Parochiehuis, werd op 9 juni 1931 door de Ulicotense gemeenschap aan pastoor Moors geschonken ter gelegenheid van zijn zilveren priesterjubileum. 
Beginjaren '80 werd het verkocht aan de gemeente Baarle-Nassau, die er na het aanbouwen van een kleine zaal in 1982 een 'Dorpshuis' van maakte.In 1909 namen drie Ursulinen uit Meerle hun intrek in het klooster. Hun komst 
maakte een heromschakeling mogelijk van openbaar naar rooms-katholiek onderwijs. De Ursulinen uit Meerle verlieten Ulicoten in 1912 omdat ze in Nederland geen onderwijsbevoegdheid hadden. In augustus 1913 namen Dominicanessen van Voorschoten hun plaats in. Zij stelden de scheiding van jongens- en meisjesonderwijs als 
voorwaarde. De meisjes bleven gehuisvest in het Bernardusklooster en voor de jongens werd de vroegere openbare dorpsschool gehuurd. Op 25 augustus 1952 verlieten de Dominicanessen bij gebrek aan roepingen onze parochie. Zij werden vervangen door Franciscanessen van Dongen, die op hun beurt vertrokken in 1960. Op 8 januari 1962 werd het klooster afgebroken. Het laat zich moeilijk schatten wat de zusters ruim een halve eeuw lang voor Ulicoten hebben betekend. Hun voornaamste taak was het lesgeven aan kleuters en meisjes. Daarnaast waren zij de drijvende kracht achter de gezondheidszorg. Ze kwamen aan huis langs voor het wassen en verzorgen van zieken. De zusters werden voor het inrichten van de gezondheidszorg bijgestaan door leken, door wie hun werk later ook werd voortgezet. Pastoor van Steen haalde in 1939 een verpleegster naar de parochie voor de zieken- en kraamverpleging. Sindsdien is de gezondheidszorg toevertrouwd aan de wijkverpleging van het Wit-Gele Kruis.  
De zusters waren ook actief in de kerk. Tot hun taken behoorden het wassen van gewaden, het opleiden van misdienaars en het voorbereiden van communicanten. Ook deze taken werden door lekenvrijwilligers overgenomen.

                                  Huidige werking
Werd Ulicoten vroeger pastoraal geleid vanuit de St.-Remigiusparochie in Baarle-Hertog met een aparte kapelaan voor onze gemeenschap, in 1803 werd een nieuwe parochie opgericht. Ulicoten kreeg een eigen pastoor en een eigen kerk. Deze situatie bleef tot 1995. Geleidelijk aan bleek de zelfstandigheid niet meer mogelijk door een gebrek aan pastores en financiële middelen. Momenteel maakt Ulicoten deel uit van de regio Alphen, die beschikt over een pastoraal team met een priester, een kapelaan en pastoraal werkenden. Binnen de regio is pastoor

J.  Demmers sinds november 2015 pastoor van Ulicoten en daarnaast ook van Chaam, Baarle-Nassau, Riel, Alphen en Gilze. 
Daarnaast heeft pastor Fons Geerts als emeriti zijn steentje destijds ook bijgedragen in het pastoraat. 
Als zelfstandige parochiegemeenschap kun je niet meer alles alleen in deze tijd. Samen met onze buurparochies Baarle-Nassau, Chaam, Alphen en Riel en Gilze willen we eraan werken om, voortbouwend op het erfgoed van de generaties voor ons, ook voor de generaties ná ons het 'samen-kerk-zijn' in Ulicoten mogelijk te maken. Wij zijn iedereen die daaraan wil meewerken van harte dankbaar.